Werken met Stammen en Takken

Een introductie

Inleiding

Iedere serieuze acupuncturist heeft de Nei Tjing Su Wen en de Ling Shu wel eens in handen gehad. Misschien staan ze zelfs in de boekenkast en als het goed is, zijn ze ook bestudeerd. Het zijn tenslotte de belangrijkste vertaalde boeken uit de geschiedenis van de Chinese geneeskunde. Er zijn in het Chinees nog vele andere belangrijke geneeskundige boeken die nooit zijn vertaald, het zijn echter vooral deze vertaalde boeken die in het westen bekend zijn geworden. Zij worden toegeschreven aan Huang Ti, de Gele Keizer, die circa 2900 voor Christus leefde, maar zijn eigenlijk pas geschreven aan het begin van de Qin Dynastie door keizer Qin Shi (221 v. Chr.). De Nan Tjing, een boek met 81 vragen en antwoorden over wat in de Nei Tjing staat, is nog van latere datum. Het is waarschijnlijk geschreven gedurende de Han Dynastie (202 v. Chr. – 24 na Chr.) door een voor ons nog steeds onbekende auteur.

De meeste kennis over Chinese geneeskunde hebben wij via deze boeken. Ze zijn geschreven in verschillende tijdperken, vanuit soms tegengestelde ideeën en veranderende culturen. Dit betekent dat ogenschijnlijke tegenstellingen in deze boeken uitingen zijn van de verschillende inzichten uit verschillende tijden. Het is voor de lezer elke keer weer een uitdaging deze ideeën te leren begrijpen in het licht van de toenmalige inzichten over astronomie, politiek, gezag, kosmologie en het leven in het algemeen. De Nei Tjing Su Wen beschrijft in hoofdstuk 66 tot 74 het gebruik van de Stammen en Takken in de acupunctuur. In dit boek wordt deze methode ook ‘de 5 bewegingen en 6 energieën’ genoemd. Het vraagt veel concentratie om deze hoofdstukken te lezen en het komt weinig voor dat mensen in staat zijn deze theorie al lezende te begrijpen zonder mondelinge toelichting van een leraar. Het was overigens vroeger de gewoonte dat kennis over dit soort onderwerpen van mond tot mond werd doorgegeven, van meester op leerling of van vader op zoon.

De geschreven tekst in deze authentieke boeken opent meestal niet de wegen die tot zuiver begrip over dit onderwerp leiden. Hoe is het dan wel gegaan? Prof. Dr. Chang Bin Lee uit Korea schreef begin jaren zestig een uiterst theoretisch filosofisch boek over dit onderwerp met als titel: A New Old Philosophy.

Begin jaren zeventig ontmoette Dr. J.D. van Buren Prof. Dr. Chang Bin Lee in Parijs en begreep onmiddellijk de rijkheid en wijsheid van zijn boek. Een student hielp Dr. van Buren dit boek te vertalen, waarna hij terugging naar Professor Lee in Korea om deze vertaling te laten goedkeuren. Het is het werk van Dr. van Buren geweest en tevens zijn erfenis aan de acupunctuurwereld dat deze bijzonder wijze filosofie weer praktisch is gemaakt. Hij heeft in deze oude filosofie opnieuw de wegen gevonden om patiënten individueel en constitutioneel te behandelen.

Dr. van Buren was voor mij geen gemakkelijke leraar: hij heeft mij, op zijn eigen wijze, steeds uitgedaagd de stof verder te onderzoeken en rijp te maken om deze door te kunnen geven aan de westerse geest. Ik ben hem grote dank verschuldigd.

De methode

De filosofie van de hemelse stammen en aardse takken is mogelijk meer dan 4500 jaar oud. Volgens overlevering werden in die oudheid mensen door bekwame wijzen behandeld met het doel gezond te blijven. De mensen betaalden hun behandelaar, in tegenstelling tot nu, voor hun gezondheid en niet wanneer zij ziek waren. Om gezond te blijven ging men bij het wisselen van de seizoenen naar de dokter. De dokter was een wijze, die behandelingen en adviezen gaf op het gebied van voeding, ademhaling, tai qi, qi gung, kruidengeneeskunde, moxa, massage en acupunctuur. Als mensen toch ziek werden, behandelde de dokter hen gratis verder. Ging een patiënt dood, dan moest de dokter een lampion aan zijn huis hangen. Wanneer er veel lampions brandden gingen de (overgebleven) patiënten naar een andere wijze!

Om preventief te kunnen werken is het noodzakelijk om alle individuele zwakke en sterke kwaliteiten van iemands constitutie te kennen. Daarnaast is het belangrijk inzicht te hebben in de invloed van de uiterlijke omstandigheden, zoals het klimaat en het weer van het moment én die van de komende tijd. Voorheen was de mens een onderdeel van zijn wereld, ervoer hij klimatologische omstandigheden, astronomische standen en andere zogenaamde externe veranderingen niet alleen van buitenaf, maar ook inwendig. Er was veel minder onderscheid tussen de mens en zijn omgeving.

Nu beleeft de mens zijn omgeving als iets dat volkomen buiten hem staat en hem overkomt. Onze analytische geest en ontwikkelde denkvermogen hebben ons veel geschonken, maar heeft ons ook losgemaakt van de wereld waarin we leven. Natuurlijk is de mens nog steeds een wezenlijk onderdeel van alles wat is. Door onze ontwikkeling zijn we dit anders gaan ervaren, maar de zogenaamde externe invloed werkt, ondanks ons beperkt bewustzijn hiervan, nog steeds inwendig door. Kosmologie, astronomie en daarmee de Chinese kalender spelen een cruciale rol in het begrijpen van constitutionele, individuele energieën en ook van de invloed van allerlei externe veranderingen, zoals het weer.

Het jaar 2637 voor Chr. staat bekend als de start van de Chinese kalender. De Gele Keizer zag een belangrijke astronomische samenkomst van planeten als de start van een nieuwe cyclus.

Door de eeuwen heen daarna kreeg elk jaar, elke maand, elke dag en elk uur een kwaliteit toegemeten, die wij nu kennen als de hemelse stam en aardse tak van die tijdseenheid. Elke hemelse stam is verbonden met een orgaan of meridiaan binnen de vijf elementen. Een aardse tak met een orgaan of meridiaan in de Chinese klok. De Chinese orgaanklok is een voor iedereen bekend voorbeeld hoe tijd verbonden is met een orgaan. Minder bekend is dat elke tijdseenheid in de Chinese kalender (jaren, maanden, dagen, uren en minuten) wordt uitgedrukt in stammen en takken. In andere woorden: tijd wordt uitgedrukt in organen, die daarmee verbonden zijn. Op deze manier is het mogelijk de energetische constellatie te bekijken van bijvoorbeeld iemands geboortetijd. Dit energetische beeld van de geboortetijd geeft inzicht in de constitutionele zwaktes en sterktes.

Ook kan een dergelijk energetisch tijdbeeld worden gemaakt van andere gebeurtenissen zoals operaties, het ontstaan van ernstige ziektes, maar ook van het klimaat in de komende maanden. Door kennis, inzicht, vergelijking, duiding, maar zeker ook door ervaring, is het mogelijk om via deze energetische ‘tijdplaatjes’ de constitutionele oorzaak te vinden van ziekten. Ben je op tijd, dan is het ook mogelijk om via deze kennis preventief te werken. Er wordt vaak gezegd dat de filosofie van de hemelse stammen en aardse takken te mystiek en te moeilijk is. En soms lijkt dat ook zo, maar het is niet waar. Het vraagt wel veel tijd en studie en geduldig verder werken om de mogelijkheden van dit systeem te leren kennen, met de bedoeling om niet alleen de ziekte, maar ook de zieke te behandelen. 

Een voorbeeld

Elk deel van de tijd (jaar, maand, dag et cetera) wordt uitgedrukt in eigenschappen, die hemelse stammen en aardse takken worden genoemd. Deze zijn verbonden met de 12 meridianen en 12 orgaansystemen.

Wanneer iemand wordt geboren in een jaar, waarin de Maag qi meer actief is (bijvoorbeeld 1968) leidt dit automatisch ertoe dat de Milt qi bij die persoon de neiging vertoont tot onderactiviteit. De Maag en Milt qi willen binnen het element Aarde een bepaalde balans onderhouden. Binnen bepaalde grenzen is dit normaal en moeten we het accepteren. Dit houdt in dat dit geen klachten geeft en ook niet om een behandeling vraagt. Integendeel: de onderactiviteit daagt ons uit tot aandacht. Het richt ons op kwaliteiten die deze onderactieve energie voeden en ondersteunen. Een gezonde manier van handelen betekent dat we deze neiging tot onderactiviteit op een milde manier aanpakken. Bij een onderactiviteit van de Milt qi richten mensen zich bijvoorbeeld op gezonde voeding, op regelmaat, op een verlangen naar een sympathische of empathische omgeving. De Milt qi wordt op een milde manier, langdurig gevoed en ondersteund. Een ongezonde manier van reageren bestaat uit het vinden van een kortdurende oplossing, een stoot van energie, een ‘boost’, die aanvankelijk de Milt qi sterkt en ondersteunt, maar op langere termijn gaat uitputten. We zien dan bijvoorbeeld een grote hang naar suiker of naar andere soorten koolhydraten, die leiden tot deze ‘boost’ van Milt qi. Na die aanvankelijke toename zakt de Milt qi echter verder weg. Deze mensen proberen de disbalans te herstellen op een manier die uiteindelijk leidt tot meer disbalans. Het zijn de patiënten die we uiteindelijk in onze praktijken tegenkomen. Zij vertonen problemen die wij herkennen als Milt qi xu, zoals chronisch vermoeidheidssyndroom, digestieve problemen of bepaalde rugklachten.

Binnen het gedachtegoed van de Wu Xing, de vijf elementen, kennen we de Gast-Gastheerwet. Deze houdt in, dat twee meridianen uit hetzelfde element in een bepaalde balans worden gebracht. Wanneer de Milt qi onderactief wordt, leidt dat in eerste instantie tot een overactiviteit van de Maag qi en andersom. Om deze reactie in het element Aarde te herstellen gebruiken wij een Luopunt van de overactieve- en een Bronpunt van de onderactieve meridiaan. Dit alles is bekend. Volgens de filosofie van de stammen en takken – het voert in dit kader te ver om dat nu nader te verklaren – is er eenzelfde soort relatie tussen de Milt qi en de Galblaas qi, en de Milt qi en de Drievoudige Warmtebron qi.

Een constitutionele neiging tot onderactiviteit van de Milt qi, zoals in het bovenstaande voorbeeld van iemand die is geboren in 1968, kan ook ontstaan wanneer iemand wordt geboren met een actieve Galblaas qi of actieve Drievoudige Warmtebron qi. Ook bij deze mensen, geboren in een tijd dat de Galblaas of Drievoudige Warmtebron qi meer actief is, neigt de Milt qi naar onderactiviteit.

Binnen de filosofie van de stammen en takken wordt Milt qi xu op verschillende manieren behandeld, afhankelijk van welke constitutionele qi bij de patiënt sterk is. In dit voorbeeld zijn dat de Maag qi, de Galblaas qi of de Drievoudige Warmtebron qi. Dit leidt ertoe dat verschillende mensen met dezelfde klachten andere behandelingen krijgen, omdat de constitutionele oorzaak van hun ziektebeeld verschillend is.

In de praktijk

Behandelingen volgens de filosofie van de hemelse stammen en de aardse takken zien er niet zo veel anders uit als behandelingen volgens de huidige TCG-methode. De balans tussen de verschillende meridianen wordt behandeld, onderactieve meridianen worden getonifieerd, er wordt gesedeerd waar nodig, er worden symptoompunten gebruikt etc. Het verschil met de bekende TCG-behandelingen is dat de keuze van de punten wordt bepaald door de individuele constitutie van de patiënt. Er wordt natuurlijk rekening gehouden met het ziektebeeld, maar deze is niet het eerste leidende motief voor behandeling. Ook worden er over het algemeen weinig punten geprikt per behandeling (1 tot 5 naalden per keer, bijna altijd unilateraal).

Steeds wordt uitgegaan van de individuele constitutie, met het doel die constitutionele disbalans terug te brengen tot normaal voor die persoon. Daarmee wordt tevens het ziektebeeld behandeld. Hiervoor is het nodig om een energetisch beeld te maken van de geboortetijd, de tijd van belangrijke ziekten, de tijd van behandeling en die van de komende maanden. Door deze energetische beelden – die inzicht geven in de zwakke en sterke energieën – met elkaar te vergelijken, ontstaat inzicht in het ontstaan van de ziekte bij dié persoon in dié tijd. In samenhang met uitgebreide polsdiagnose, die gebaseerd is op de vijf elementen, geven ze aanwijzingen hoe te behandelen.

Het is minder ernstig wanneer iemand ziek wordt in een constitutionele zwakkere energie, zoals in bovenstaand voorbeeld de Milt qi. Dit is eenvoudig te herstellen. Een disbalans in een constitutionele sterkere energie is minder snel te verwachten. Het is minder aannemelijk dat iemand een onderactiviteit ontwikkelt in een sterkere constitutionele energie. Een ziekte van een sterkere constitutionele energie betekent dat die ziekte op een dieper niveau ligt en ernstiger is van aard. De prognose van iemand met een aangeboren sterkere Milt qi, die toch een Milt qi xu beeld vertoont, zoals het chronisch vermoeidheidssyndroom, is veel minder voorspoedig. Daarmee wordt duidelijk dat dezelfde ziektebeelden bij verschillende patiënten verschillende behandelingen en prognoses kennen.

Een opleiding in behandelingen volgens de filosofie van de stammen en takken duurt ongeveer twee jaar. Het vraagt niet alleen tijd om alle kennis te vergaren, maar het vraagt ook tijd om deze kennis te leren hanteren. Het is daarnaast nodig uitgebreide ervaring op te doen op het gebied van de puntenenergetica en polsdiagnose. Na een tweejarige cursus zei een Japanse studente een keer tegen me dat ze zo gelukkig was met wat ze had geleerd. Ze zei me dat ze deze kennis kende vanuit haar opvoeding en cultuur. Destijds was die kennis neergelegd in haar hart. Ze had het nooit bewust kunnen maken of mentaal kunnen bevatten. Er was nu een verbinding ontstaan tussen haar hart en haar hersenen. Terwijl ze dit zei maakte ze een handbeweging van haar borst naar haar hoofd. Ik antwoordde haar toen dat de westerse mens het moeilijker heeft. Wij doen het in omgekeerde volgorde. Wij leren hoofdzakelijk met het hoofd, en geven het later een plek in ons hart door ervaring, geduld en liefde voor het werk.

Joan Duveen M.Ac

Voor nadere inlichtingen:

Joan Duveen: jduveen@planet.nl