Het werken volgens de filosofie van de hemelse stammen en aardse takken is meer dan 4500 jaar oud. Volgens overlevering werden in die oudheid mensen door bekwame wijzen behandeld met het doel gezond te blijven. De mensen betaalden hun behandelaar, in tegenstelling tot nu, voor hun gezondheid en niet alleen wanneer zij ziek waren.
Om gezond te blijven ging men bij het wisselen van de seizoenen naar de dokter. De dokter was een wijze, die behandelingen en adviezen gaf op het gebied van voeding, ademhaling en lichaamsbeweging zoals tai qi en qi gung, kruiden geneeskunde, moxa behandeling (verwarming van acupunctuurpunten door het branden van bijvoetkruid), massage en acupunctuur. Als mensen toch ziek werden, behandelde de dokter hen gratis verder. Ging een patiënt dood dan moest de dokter een lampion aan zijn huis hangen. Wanneer er veel lampions brandden gingen de (overgebleven) patiënten naar een andere wijze!

Oorspronkelijk was deze methode bedoeld om de mens gezond te houden. Echter om preventief te kunnen werken, om mensen gezond te houden, is het noodzakelijk om alle individuele zwakke en sterke kwaliteiten van iemands constitutie te kennen. Daarnaast is het belangrijk, inzicht te hebben in de invloed van de uiterlijke omstandigheden, zoals het klimaat en het weer van het moment, èn die van de komende tijd.
Voorheen was de mens een onderdeel van zijn wereld, ervoer hij klimatologische omstandigheden, astronomische standen en andere zogenaamde externe veranderingen niet alleen van buitenaf, maar ook inwendig. Er was er veel minder onderscheid tussen de mens en zijn omgeving.
Nu beleeft de mens zijn omgeving als iets dat volkomen buiten hem staat en hem overkomt. Onze analytische geest en ontwikkelde denkvermogen hebben ons veel geschonken, maar heeft ons ook losgemaakt van de wereld waarin we leven.
Natuurlijk is de mens nog steeds een wezenlijk onderdeel van alles wat is. Door onze ontwikkeling zijn we dit anders gaan ervaren, doch de zogenaamde externe invloed werkt, ondanks ons beperkt bewustzijn hiervan, nog steeds inwendig door.

Kosmologie, astronomie en daarmee kalenders als de Chinese kalender, spelen een cruciale rol in het begrijpen van constitutionele, individuele energieën en ook van de invloed van allerlei externe veranderingen, zoals het weer.
Het jaar 2637 voor Chr. staat bekend als de start van de Chinese kalender. De toenmalige keizer, de Gele keizer, zag een belangrijke astronomische samenkomst van planeten als de start van een nieuwe cyclus. Door de eeuwen heen daarna kreeg elk jaar, elke maand, elke dag en elk uur een kwaliteit toegemeten, die wij nu kennen als de hemelse stam en aardse tak van die tijdseenheid. Elke hemelse stam of aardse tak is verbonden met een orgaan of meridiaan. In andere woorden: tijd wordt uitgedrukt in organen, die daarmee verbonden zijn.
Op deze manier is het mogelijk de energetische constellatie te bekijken van bijvoorbeeld iemands geboortetijd. Dit energetische beeld van de geboortetijd geeft inzicht in de constitutionele zwaktes en sterktes.
Ook kan een dergelijk energetisch tijdbeeld gemaakt worden van andere gebeurtenissen zoals operaties, het ontstaan van ernstige ziektes, maar ook van het klimaat in de komende maanden. Door kennis, inzicht, vergelijking, duiding, maar zeker ook door ervaring, is het mogelijk om via deze energetische “tijdplaatjes”de constitutionele oorzaak te vinden van ziekten. Ben je op tijd, dan is het ook mogelijk om via deze kennis preventief te werken.
Het vraagt veel tijd en studie en geduldig werken om de mogelijkheden van dit systeem ten volle te benutten. De bedoeling van deze filosofie is om niet alleen de ziekte, maar juist ook de zieke te behandelen. De mens als uniek geheel met al zijn lichamelijke, emotionele, psychische, mentale en spirituele kwaliteiten staat hierbij centraal.